ABSTRACTS |
|
Applied Psycholinguistics to Early Literacy Development. Leonor Scliar-Cabral Samenvatting In deze paper wordt besproken hoe we de psycholinguïstiek toepassen om vroege geletterdheid te ontwikkelen. Schriftelijke systemen werden vrij recent uitgevonden, met als hoogtepunt het proto-alfabetische systeem, een fonografisch schrift. Het verwerven ervan gebeurt niet spontaan of dwangmatig maar gebeurt in een systematische context van leren. ‘Leesneuronen’ zijn genetisch niet geprogrammeerd om geschreven woorden te herkennen. De perceptie van richting en positie van lettertekens druist in tegen de natuurlijke aanleg van de visuele neuronen die symmetrie zoeken in de visuele signalen: leesneuronen moeten gerecycleerd worden. Ik beschrijf onveranderlijke lettertekens in gedrukte lettertypes en geef voorbeelden in de sociolinguïstiek van variatie, geconditioneerd door co-articulatie. Vervolgens presenteer ik de rol die de primaire en secundaire gebieden spelen bij het verwerken van de akoestische en visuele taalsignalen. Bij lichtsignalen verwerken de primaire zones de bruto-signalen, ongeacht de specialisatie van de hemisferen, terwijl de output van de eerste verwerking steeds naar de zone gaat die gespecialiseerd is in het lezen, de occipito temporale ventrale zone van de linker hersenhelft, indien de geschreven code door het subject gekend is. Om functionele laaggeletterdheid te voorkomen richt Scliar’s voorstel, het Early Literacy Development System, zich op twee belangrijke uitdagende problemen bij de vroege ontwikkeling van geletterdheid, namelijk het segmenteren van woorden en lettergrepen (fonemisch bewustzijn) en het herkennen van lettertekens. |
|
APPRENTISSAGE DE LA GRAPHOMOTRICITE A L’ECOLE: QUELLES ACQUISITIONS? QUELLES PRATIQUES? QUELS OUTILS? Marie-France Morin, Florence Bara et Denis Alamargot Samenvatting Het doel van dit artikel is een stand van zaken op te maken van de belangrijkste studies over schrijfmotoriek bij basisschoolleerlingen. In eerste instantie worden in deze synthese de cognitieve, perceptuele en motorieke dimensies die betrokken zijn bij het leren schrijven benaderd met nadruk op de verschillende allografen welke de jonge lezer-schrijver moet leren beheren. Vervolgens zal de kwestie van het leren en het onderwijzen van het schrijven op school worden besproken, in het bijzonder vanuit het perspectief van de verschillende schrijfstijlen die in het basisonderwijs onderwezen worden en vanuit de diversiteit van de school contexten. Ten slotte zal het leren schrijven worden gezien in de context van de nieuwe technologieën op school, waar steeds vaker gebruikt wordt gemaakt van digitale hulpmiddelen om te leren schrijven. |
|
LE DÉVELOPPEMENT DE LA LITTÉRATIE CHEZ DES ENFANTS FRANCOPHONES ET DES ENFANTS ALLOPHONES EN CONTEXTE QUÉBÉCOIS: OBSERVATIONS ET COMPARAISON DES HABILETÉS D’ÉCRITURE. Marie-François Sénéchal Samenvatting |