Samenvatting Deel 1 In zijn bijdrage brengt Boštjan Zupančič een heel onderbouwde analyse van de de facto toepassing van het recht door de rechters in zowel het Angelsaksische als het Continentale Systeem. Bij beide benaderingen van het Recht stelt Zupančič de tegenstelling tussen enerzijds een autoritaire inquisitie rechtsbenadering en anderzijds een instrumentale benadering van het recht: als een procedure voor vreedzame conflictoplossing. Deze laatste benadering opent de deur voor een experimentele, toegepaste wetenschappelijke aanpak van het recht. In deze context is de volgende beschrijving door Zupančič van de inquisitoire rechtsbenadering wel zeer sprekend: “Het inquisitoire model van de strafrechtelijke procedure is pretentieus, arrogant en autoritair. Pretentieus, omdat het vertrekt vanuit de expliciete premisse, geïnspireerd door de vervolgingen tijdens de “Heilige Inquisitie”, volgens dewelke de menselijke wetten een manifestatie van de Goddelijke Wil zijn en het menselijke recht de hele waarheid kan kennen. Arrogant, omdat het ervan uitgaat dat deze hogervermelde premisse de rechter, naast de feitelijke bevoegdheid, ook de morele vergunning geeft om te beslissen op basis van wat hij “juist” en “rechtvaardig” acht. Bovenal autoritair, omdat deze pretentie en arrogantie hem ook dienen als secundaire rationalisaties bij de usurpatie van macht die hij op andere mensen uitoefent…” |
Inhoud Voorwoord 7; De kroon en de crimineel: het privilege tegen zelfbeschuldiging - naar de algemene beginselen van het strafprocesrecht 27; Inleiding 29; Het procedurele legaliteitsbeginsel 59; Het fundamentele postulaat van de wet 71; Over waarheid in strafrecht 93; Conclusie 105; Noten 111; Bibliografie 147. |
Bibliografie Beccaria, C. (1963). On Crimes and Punishments. N.Y., Bobbs-Merrill Company Inc.Berman, H. (1983). The Formation of Western Legal Tradition. Cambridge, Mass., Harvard University Press.Cleckley, H. (1941). The Mask of Sanity. St. Louis, The C. V. Mosby company.Camus, A. (1942). L’étranger, Gallimard.Dostojevski, F.(2014). Misdaad en Straf, L.J. Veen Klassiek, 10e druk.Durkheim E. (1897). Paris, Ancienne librairie Germer Baillière.Ellis, D. D. (1970). “Vox Populi v. Suprema Lex: A Comment on the Testimonial Privilege of the Fifth Amendment.” Iowa Law Review, Vol. 55, p. 829.Fletcher, G. (1978). Rethinking Criminal Law. Boston, Toronto, Little, Brown and Company. Freud, S. (1961) Totem and Taboo. N.Y., Vintage Books.Hall, J. (1962). The General Principles of Criminal Law. Indianapolis, Bobbs Merrill.Hegel, G. W. F. (1971). Philosophy of Right. Oxford, str. 67, § 95.Hobbes, L. (1958). Indianapolis, New York, Bobbs-Merrill Company Inc.Gurnplowitz, M. (1881). Rechtsstaat und Socialismus, Innsbruck.Kafka, F. The Trial, available at: https://libcom.org/library/trial-franz-kafkaKelsen, H. (1967). Pure Theory of Law. Berkeley, University of California Press.Kernberg, O. (1987). Borderline Conditions and Pathological Narcissism. Aronson, Northvale, NJ, Jason.Koestler, A. (1940). Darkness at Noon. Macmillan. Lasswell, H. (1970). Inleiding in: Middle Class Psychology and the Demand for Punishment (Ranulf). N.Y., Schochen Books.Nietzsche, Genealogy of Morals, Second Essay. N.Y., Vintage Books.Pashukanis, E. B. (1978). Law and Marxism. Londen, Ink Links, p. 166.Quinney, R. (1979). The Problem of Crime. N.Y., Mead & Co.Ranulf, S. (1970). Middle Class Psychology and the Demand for Punishment. N.Y., Schochen Books.Unger, R. (1974). Knowledge and Politics. New York, The Free Press, pp. 63-144.von Bar, C. L. (1916). The History of Roman Criminal Law. BostonZupančič, B. M. (2007) “The Crown and the Criminal: Towards the General Principles of Criminal Procedure”. The Owl of Minerva. Essays on Human Rights. Chapter four Utrecht, Eleven International Publishing.Zupančič, B. M. et al. (1989). Freedom of Association. Ljubljana, Svoboda Zdruevanja, pp. 23-38.Zupančič, B. M. (1981). “The Privilege Against Self-Incrimination”. Arizona State Law Journal. |
Samenvatting Deel 1I In dit tweede boek betreffende de uitdagingen van het recht, krijgen we een verzameling van uitspraken (gnosten) van 2000 voor onze tijdrekening tot op de dag van vandaag. Ze illustreren de altijd maar terugkerende uitdagingen van ontaarden, bijsturen en zorgvuldig aanwenden van het recht. Sommige van deze uitspraken onder meer van rechters en advocaten over rechters en advocaten, zijn eerder guitig. Andere zijn eerder ernstig tot tragisch… maar hoe dan ook vol betekenis voor ieder die begaan is met justitie, het individu, de maatschappij en de mensheid. Sommige zijn moeilijker te catalogeren zoals deze uitspraak van Piero Calamandrei: “Het recht is zoals een godheid. Men ziet het enkel als men erin gelooft”. De bedoeling met deze selectie van uitspraken over recht vanuit diverse culturen, is een veelheid van levende perspectieven te brengen van en voor individuen en groepen die als belanghebbenden betrokken zijn, ernstig en minder ernstig: beschuldigden, verdachten, veroordeelden terecht en onterecht, advocaten, rechters, studenten, leraren, begeleiders, leiders, bestuurders, ouders, werkgevers, overheden in justitie… U vindt er bekommernissen over rechtspraak, rechtvaardigheid, billijkheid…, over gebruik en misbruik, over validatie, evaluatie van aanpak en aanwenden van het recht en haar inpassen in de maatschappelijke ontwikkeling. Dit wordt gebracht in de visie van Nietzsche dat we minstens duizend perspectieven (gnosten) nodig hebben op een materie, een onderwerp, een domein, hier in casu het recht, vooraleer we een relevant standpunt kunnen innemen. Inhoudstafel
Inleiding In dit boek worden gnosten verzameld uit het domein van recht in de meest brede zin: justitie, rechtspraak, rechtvaardigheid, billijkheid… Een gnost is een kernachtige uitdrukking van een wijsheid, een kennis perspectief. De term “gnost” is een samenstelling van de woorden “gnos(is)” en “(uni)t”. De Griekse term “gnosis” betekent “wijsheid, kennis”. De term “unit” betekent “eenheid, combineerbaar onderdeel, module, component”, met andere woorden “wat aangewend kan worden in een grotere constructie, letterlijk of figuurlijk”. Wat gnosten bijzonder maken, is dat ze uitgewerkt en geselecteerd worden vanuit een holistische kennis methodologie, meer bepaald met aandacht voor de vele dimensies van kennis en wijsheid. Bibliografie Aurelius, M. (1964). Pensées pour moi-même. (TA EIS EAUTON). Flammarion. Aurelius, M. (2002). Meditations. M. Hammond (Transl.). Penguin Classics. Calamandrei, P. et al. (1939). Eloge des juges. Bruxelles, Dessart. Dekkers, R. (1964). Rechtsfilosofie. Gent, Story. Espiritu, J. L. D. & Budhran, K. (2019). "Cultivating an e-learning culture". Scientia Paedagogica Experimentalis, Vol. 56, 1, pp. 3-32. Gillabert, E., Bourgeois, P. & Haas, Y. (2009). L’Évangile selon Thomas. Paris, Éditions Dervy. Lao-Tseu (1996). Tao te king. Trad. du Chinois par S. Julien. Éditions Mille et une nuits. Malgaud, W. (1922). Le probléme logique de la Société. Paris, Alcan. Malgaud, W. (1923). Les Passions en Justice. Bruxelles, L’Arcier. Nietzsche, F. (1888). Der Antichrist. Nietzsche, F. (1989). De antichrist. Vertaald door P. Hawinkeld. Amsterdam, De Arbeiderspers. Nietzsche, F. (1959). Der Wille zur Macht. Leipnis. Perelman, Ch. (1945). De la justice. Brussel. Spinoza, B. (1952). Traité théologico-politique (ch. XVII). Vandamme, F. & Dao, Z. (2019). Care, Learning and Education. Scientia Paedagogica Experimentalis, Vol. 56, 1, pp. 41-110. Vandamme, F. (2018). "The Nominalistic, Gnostic, Taoist, roots of Pedagogy", Scientia Paedagogica Experimentalis, Vol. 55, 2, pp. 137-148. Vandamme, F. (2013), Het ware verhaal van Hiram. Gent, Communication & Cognition. Vandamme, F. (Ed.). Gnostotheek, https://www.lotuswebtec.com/ Vandamme, F. (Ed.). Standpunten, https://www.lotuswebtec.com/standpunt-2.html Vandamme, F. (Ed.). Zorg, https://www.lotuswebtec.com/zorg.html Warlomont, R. & Tschoffen, P. (1950). Le magistrat, son statut et sa fonction, Brussel, Larcier. Zupančič, B. (2007). The Owl of Minerva, Essays on Human Rights, Eleven International Publishing. |
||||||||||